Controle door de belastingdienst: Hoe gaat dat in zijn werk?

Hoe gaat een belastingcontrole in zijn werk en waar kijkt de Belastingdienst naar? Hieronder vind je een kort overzicht.

Onderneming

Bij de start van een controle zal Belastingdienst een beeld willen krijgen van de onderneming. Vragen die daarbij worden gesteld zijn bijvoorbeeld “Wat zijn de activiteiten van de onderneming? Wie is de ondernemer? Zijn er nog andere personen betrokken bij de onderneming, zoals een boekhouder of een adviseur. Wie doet wat? Wie stelt de aangiftes op en wie dient de aangiftes in?”.

Administratie

Daarna brengt de Belastingdienst in kaart hoe de administratie is ingericht en uit welke onderdelen de administratie bestaat (inkoop, verkoop, bank etc).

Volledigheid

De administratie wordt vervolgens gecontroleerd op volledigheid. De Belastingdienst beoordeelt daarbij of alle onderdelen van de administratie aanwezig zijn. Is de administratie niet volledig dan heeft dat vaak consequenties voor de belastingheffing.

Binnen een redelijke termijn controleerbaar

De administratie moet voorts binnen een redelijke termijn controleerbaar zijn. Tegenwoordig zijn veel administraties geautomatiseerd. In dat geval zal dat niet snel discussie opleveren. Er zijn ook nog ondernemers die de administratie handmatig bijhouden, bijvoorbeeld in Excel. De controle van de administratie zal dan ook grotendeels handmatig moeten plaatsvinden en dat kan veel tijd in beslag nemen. Een controle kan ook lang duren als de administratie niet op orde is of als het onderzoek wordt uitgebreid.

Balansposten

Tijdens een controle onderzoekt de Belastingdienst verder de juistheid van de balansposten. De volgende balansposten bevatten vaak fouten.

Afschrijvingen

Er wordt te veel afgeschreven. Bijvoorbeeld omdat al volledig is afgeschreven op het bedrijfsmiddel of omdat het bedrijfsmiddel al is verkocht, maar de boekhouder is hierover niet geïnformeerd.

Kas

Er zijn contante geldstromen binnen de onderneming maar de kas wordt niet goed bijgehouden. Het bijhouden van een kas is niet moeilijk maar vergt wel discipline. Daar een gaat het vaak mis. Door een geautomatiseerde kassa te gebruiken worden in ieder geval alle kashandelingen geregistreerd. Het is dan nog wel van belang dat de inhoud van de kassa daarmee in overeenstemming is.

Omzetbelasting

De Belastingdienst controleert altijd de omzetbelastingschuld. Een balans die wordt opgemaakt per 31 december bevat de omzetbelastingschuld over het vierde kwartaal. Vermeldt de balans ook schulden over oude jaren dan is dat een probleem. Hiervan moet de ondernemer namelijk zelf verplicht melding maken. Gebeurt dat niet of niet op tijd (voordat de Belastingdienst erachter komt) dan leidt tot dat naheffingen met hoge boetes.

Verlies & Winst rekening

Omzetverantwoording

De Belastingdienst checkt ook altijd de omzetverantwoording. De omzet vermeldt in de jaarstukken worden vergeleken met de aangegeven omzet in de aangiftes omzetbelasting. Beoordeeld wordt of deze posten aansluiten.

Is er sprake van bijvoorbeeld een gebrekkige kas dan heeft dat meestal ook gevolgen voor de omzetverantwoording. De verantwoorde omzet kan dan niet volledig worden gecontroleerd.

Afschrijvingen

Afschrijvingen verminderen ook de winst en de post komt dus ook voor bij de verlies & winstrekening. Is er te veel afgeschreven dan leidt dat tot een hogere winst.

Zakelijkheid kosten

Ook het door de onderneming laten betalen van privé kosten leidt in veel gevallen tot correcties.

Uitbreiding onderzoek

Constateert de Belastingdienst tijdens de controle dat er fouten zijn gemaakt die gevolgen hebben voor de belastingheffing dan kan de Belastingdienst de controle uitbreiden naar andere belastingmiddelen en andere jaren. De Belastingdienst kan tot 5 jaar terug heffen. Dat gebeurt zeer regelmatig dus schrik niet als je daar mee te maken krijgt.

Boetes

Van de controle maakt de Belastingdienst een rapport op. Het bevat conclusies voor de belastingheffing. Als er te weinig belasting is geheven of betaald, bevat het rapport ook vaak een boeteparagraaf. Afhankelijk van het verwijt dat de ondernemer kan worden gemaakt (opzet of grove schuld), kan een boete worden opgelegd van 25% of 50% van de te weinig betaalde belasting. In meer ernstige gevallen wordt geen boete opgelegd maar wordt de FIOD ingeschakeld en wordt een strafrechtelijk onderzoek gestart.

Hoe verder?

De ondernemer krijgt de gelegenheid om op het rapport te reageren. Dit kan aanleiding zijn voor de Belastingdienst om de conclusies aan te passen. Als de Belastingdienst geen aanleiding ziet de conclusies aan te passen, zullen de belastingaanslagen en boetes worden opgelegd. Hiertegen kan de ondernemer bezwaar maken.

Bron:zzp nederland